|
Het verschil van wit
en wit. |
Over smaak valt niet te twisten, dus ook niet
over vachtkleuren.
De ene vind zwart mooi, de ander is gek van
lapjes. Zo houden wij van katten met veel wit, ze zijn prachtig in het
zonlicht, zo sprankelend, zo mooi wit.
En het is leuk om te zien hoe het vererft.
Uit een poes met veel wit en een kater zonder
wit, kun je een leuke verdeling krijgen van kittens met veel en weinig
wit.
En uit een poes met veel wit die een romance aangaat met een kater met
veel wit, kun je dezelfde verdeling krijgen als uit mijn eerste
voorbeeld combinatie. Hoe kan dat nou??
Het dominate S-gen is verantwoordelijk voor
de kleur wit in “bonte” katten.
De variatie die je aantreft bij katten met
het S-gen wordt gedeeltelijk verklaard door het feit dat dit gen niet
volledig dominant is,
je zou verwachten dat een homozygote kat met dus twee S-genen meer witte
gedeelten heeft als een heterozygote kat die slechts één S-gen heeft,
deze verklaring gaat dus niet op.
Het is ook mogelijk dat een tweede gen voor
vlekken, een mogelijk recessief gen verantwoordelijk is voor de
hoeveelheid wit.
Met andere woorden, je kunt er geen touw aan
vastknopen hoeveel wit de kittens gaan krijgen.
Alleen als je katten met veel wit met elkaar gaat/blijft kruisen heb je
meer kans op kittens met veel wit.
Ik heb mezelf eens lopen verbazen over een
pikzwart kitten met enkel witte sokjes en een wit streepje over de neus
die verwekt was door een overwegend witte kater,
bij een idem poes.
Het wit bij “bonte katten” vind je altijd aan
de onderkant van de kat, het begint bij de sokken, poten, buik enz.
Je zult dus nooit een rode kat vinden met witte oren, of een witte
staart, omgekeerd is dat natuurlijk wél mogelijk!
Katten met veel wit kunnen één of twee blauwe
ogen hebben, doofheid is bij “bonte” katten, of ze nu blauwe ogen hebben
of niet, niet aan de orde.
Deze doofheid hangt samen met het W(it)-gen
en niet met dit S-gen.
Een volledige witte kat is het gevolg van de
dominate W(it)-gen, achter het witte uiterlijk kan elk kleurgenotype
verscholen zitten, effen, tabby, lapjes, ga zo maar door.
De oorzaak is dat het W-gen het effect van
alle andere kleurgenen maskeert.
Je kunt dus uit een witte kat, anders gekleurde kittens fokken, onder de
witte vacht van moederpoes houdt ze haar werkelijke kleur verborgen.
Enkel door het fokken met een witte kat kun je achter de oorspronkelijke
kleur van de kat komen.
Je zou verwachten dat je uit twee witte
katten, enkel witte kittens geboren gaan worden, maar dat is dus niet zo,
tenzij één van de ouders homozygoot wit is,
dat wil zeggen twee W-genen draagt. Het is niet aan te raden om met
witte katten met elkaar te kruisen, dit in verband met doofheid van
witte katten.
Hoewel het W-gen over het algemeen dominant
is, lijkt er toch een variatie te zijn in het maskerende vermogen.
Het gevolg is dat er zo nu en dan sporen van een “doorbraak” ontstaan
van het onderliggende genotype, vooral bij kittens, in de vorm van
gekleurde vlekken, de zogenaamde kopvlek!
Deze kopvlek verdwijnt meestal binnen een
jaar. Een kopvlek geeft echter geen garantie dat een witte kat horend
is!
Witte katten kunnen net als de katten met
veel wit, één of 2 blauwe ogen hebben.Ook in het geval van witte katten
is het niet de oogkleur die de oorzaak van mogelijke doofheid is.
|